Diepe Zakken: Na een beursexit van Ajax komen er weer nieuwe bestuursproblemen
De tweewekelijkse rubriek op Ajax Showtime - editie 18, november 2025
Geen A€X maar AJAX. De roep om een beursexit van Ajax laait weer eens op. Dit gebeurt altijd wanneer er bestuurlijke onrust is, maar van de beurs gaan betekent niet automatisch dat de club beter bestuurd wordt. Het kán positief uitpakken, maar het moet ook te betalen zijn en de vraag is of bestuurders wel verandering willen. In deze editie van Diepe Zakken kijken we naar wat er nodig is voor een beursexit, welke consequenties dit heeft en wat de invloed kan zijn op de bestuurbaarheid.
Het patroon is er weer. Sportieve prestaties vallen tegen en dus is er kritiek. Eerst op de tactiek, daarna spelers en de trainer. Daarna gaat het over wie de trainer heeft aangesteld of spelers heeft aangetrokken. En dan naar hoe dit technische beleid überhaupt had kunnen plaatsvinden.
De bestuurslagen, en dat zijn er nogal wat bij Ajax, komen onder de loep. Zie ook deze thread op X. De directie, de Raad van Commissarissen (RvC) en de Bestuursraad worden beurtelings bekritiseerd. En de mensen in die bestuurslagen laten (al dan niet anoniem) van zich horen. En dus is er weer eens bestuurlijke onrust.
Automatisch komt dan de roep om Ajax van de beurs te halen. Vaak door supporters. Maar ook oud-RvC-leden opperden onlangs hetzelfde bij AT5.
Governance-onderzoeker Marilieke Engbers, die regelmatig in de media haar licht laat schijnen over bestuurlijke vraagstukken bij Ajax, zegt erover: ‘Van de beurs af gaan geeft de kans om het bestuur simpeler te maken, maar belangrijker is dat iedereen zijn rol goed begrijpt en uitvoert. Dat gebeurt nu niet. Ook als de vereniging volledig eigenaar is, gelden er spelregels waaraan je je moet willen houden.’
Het idee achter de huidige structuur
Ajax ging in 1998 naar de beurs om (eenmalig) geld op te halen voor onder andere De Toekomst en verdere professionalisering. Maar om te voorkomen dat een ongewilde partij de club kon kopen, ging 73 procent van de aandelen naar de Vereniging AFC Ajax. Men kreeg ook een bijzonder aandeel, met vetorecht over de identiteit (logo, clubkleuren, jeugd, licentie, etc.).
Naast de volledige zeggenschap over de ‘ziel’ van de club, stemt de Vereniging als één blok (via hun gekozen Bestuursraad) en is hun mening dus praktisch altijd doorslaggevend bij stemmingen in de Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders (AVA’s).
Daarnaast is er een dagelijkse leiding van de club: de directie van de AFC Ajax N.V.. Daartussen zit de RvC als toezichthouder op de directie. Engbers: ‘Vaak wordt niet begrepen wat de bedoeling is van een RvC of toezichthouder. In de basis is dat om de belangen van de eigenaren of aandeelhouders te dienen. Niet om mee te besturen, maar om de toekomst van de organisatie in het oog te houden.’
De RvC komt altijd in de knel
‘Bij Ajax zie je eigenlijk alles wat goed besturen moeilijk maakt’, gaat Engbers verder. ‘Het is niet puur houden aan de regels van goed bestuur (governance), maar juist belangen, emoties en complexe beslissingen in goede banen leiden.’
‘De verschillende bestuurders bij Ajax lijken vaak niet te begrijpen wat hun rol is en raken verstrikt in de vraag wie de baas is over wie. Terwijl goed bestuur juist niet draait om hiërarchie, maar om het respecteren van ieders specifieke rol en taak.’
Engbers ziet vooral een uitdaging voor RvC-leden en vraagt zich zelfs af waarom iemand die functie zou willen. ‘Het is een bijbaan, maar vraagt veel meer tijd om goed uit te voeren. En je kunt het bijna nooit goed doen. Ben je bijvoorbeeld te kritisch op de Bestuursraad, die als vertegenwoordiger van de Vereniging directe invloed uitoefent op de directie, loop je het risico weggestuurd te worden.’
De RvC moet ook goedkeuring geven over vrijwel elke speler. ‘Er wordt verwacht dat je je bemoeit met transfers en trainerskeuzes, terwijl je eigenlijke taak is om mensen aan te stellen die dit soort keuzes beter kunnen maken’, aldus Engbers.
De gevolgen van een beursexit van Ajax
De beursgang maakte een NV-structuur noodzakelijk en daarmee een Raad van Commissarissen die de belangen van de verschillende aandeelhouders beschermt. Andere verplichtingen zijn vooral administratieve zaken (onder andere meer gedetailleerde jaarverslagen en een halfjaarverslag publiceren). Met een extra kostenplaatje voor onder meer accountants van zo’n 1 miljoen euro per jaar.
Verlaat Ajax de beurs, dan wordt de Vereniging de enige eigenaar en kan zij als toezichthouder opereren, via bijvoorbeeld de Bestuursraad. De RvC kan dan opgeheven worden. ‘Maar ook voor een vereniging gelden governance spelregels’, legt Engbers uit. ‘Bijvoorbeeld over hoe er besluiten binnen de vereniging gemaakt worden. En het huidige ledenbeleid kan dan ook onder de loep komen.’
De kosten van een beursexit
Van de beurs gaan, een zogeheten delisting, kost geld. Concreet doet de grootaandeelhouder (de Vereniging) een bod op alle beschikbare aandelen, ruim vier miljoen stuks. Momenteel is de koers zo’n 9,10 euro, maar dat is geen goede afspiegeling van de waarde.
Beter is om de waarde van de club (het eigen vermogen) te delen door het totaal aantal aandelen. Op 30 juni 2025 was het eigen vermogen zo’n 189 miljoen euro en met ongeveer 18,3 miljoen aandelen, is elk aandeel iets meer dan 10 euro waard. Een jaar eerder was die waarde op deze manier bijna 12,50 euro.
Dat komt overeen met de gebruikelijke premie op de koers die betaald wordt om aandeelhouders uit te kopen. Genoeg om hen te overtuigen te verkopen, maar niet zo veel dat Ajax overbetaald. Meestal is de premie zo’n 25-35 procent.
Dat komt uit op 11,35 tot 12,35 euro per aandeel en dus zo’n 45 tot 50 miljoen euro in totaal. Misschien door stugge aandeelhouders iets meer. Plus een paar miljoen euro aan kosten voor dit soort transacties.
Hoe Ajax een beursexit kan betalen
Ajax heeft dit geld niet zomaar op de plank. Hun cash is er voor betaling van lopende rekeningen, vooral salarissen. Dus de vijftig tot zestig miljoen euro moet dan (deels) geleend worden. Die lening krijgt Ajax wel, gezien de financiële status, maar het is niet direct rendabel.
Die lening moet terugbetaald worden uit toekomstige winst, denk aan (extra) inkomsten door transfers, Europese premies of commercie. Of door lagere kosten. Dat gaat vele jaren duren. Al kost bestuurlijke chaos (indirect) ook elke keer geld.
Beter een keuze maken dan niet kiezen
Ajax kán het betalen, maar wíl Ajax het betalen? Beter gezegd, gaan alle bestuurslagen ermee akkoord? Eerst de RvC en directie, daarna goedkeuring tijdens een (B)AVA. Engbers zegt daarover: ‘Welke vorm Ajax ook kiest – vereniging of beurs – het belangrijkste is dat ze één duidelijke keuze maken, in plaats van proberen beide systemen tegelijk te laten werken, en die keuze vervolgens goed uitvoeren.’
Een delisting zorgt in ieder geval voor minder rapportageverplichtingen, minder externe controle en minder publieke inzage van gebeurtenissen. De vraag is of de bestuurslagen bij Ajax beter functioneren als er minder openheid is. Aan de ene kant lijken problemen juist te komen door achterkamertjespolitiek en informele lijntjes. Met minder controle kan dat alleen maar toenemen.
Of is juist alle media-aandacht en publieke inzage een reden dát er spelletjes gespeeld worden; reputatie redden door het wijzen van vingers en schoonvegen van straatjes. Dan kan een delisting wel voor meer rust zorgen.
Engbers ziet ook een andere kant: ‘In de governance-regels zijn vrij abstract omschreven. Dat biedt ruimte aan bestuurders en commissarissen om ze naar eigen inzicht toe te passen – zeker zolang niemand ze daarop aan durft te spreken.’
Daarbij, als Ajax de bestuursstructuur wil aanpassen, kan dat in theorie ook zonder beursexit. Wijzigingen in de statuten, bijvoorbeeld het meebesturen van de RvC beperken, kan via stemming op zo’n voorstel in de AVA.
Het moment is misschien wel nu voor Ajax
De ironie is dat de brede overeenstemming die nodig is om het bestuur te wijzigen, dezelfde is als om een delisting klaar te spelen. Een beursexit gaat gevolgen hebben op de machtsverhoudingen (positief of negatief) en dus is het een enorme uitdaging om alle betrokkenen op één lijn te krijgen. Wie nu macht heeft, wil dat niet veranderen. Precies dezelfde uitdaging ligt er voor een verandering van hoe Ajax bestuurd wordt.
Engbers noemt dat: ‘Het probleem is de oplossing en de oplossing is het probleem.’ Het gaat aankomen op ‘wie?’. De persoon (of groepje personen) die het lukt om zulke grote veranderingen voor mekaar te krijgen. Of dat nu een delisting is of een wijziging in de bestuursstructuren, of beide.
Het moment daarvoor is misschien wel nu, tijdens deze breed verspreide ontevredenheid, met de huidige, verzwakte RvC en met een directie die steun heeft van de Vereniging. Wie lukt het wat Cruijff en zijn plan niet lukte?

